VOOR WAT BLIJFT | 2008
Een vrouw staat stil, midden in de vertrekhal van een luchthaven. Het is vroeg. Ze staat daar. Een onbekende man biedt haar koffie aan. Zij begint te vertellen over haar hartstochtelijke liefde voor de veel jongere Sylvia. Een liefde
waarin ze zich helemaal verliest, maar die abrupt eindigt. En terwijl de tijd verstrijkt, reizigers komen en gaan, vliegtuigen landen en opstijgen, luistert de man. Hij laat de vrouw praten, want hij weet dat er aan het einde voor
haar alleen nog stilte zal zijn.
Toen ik haar daar zag staan voor die etalage en haar vroeg: ‘Zullen we bij mij thuis iets drinken?’, toen wist ik dat ze mee zou gaan. Vind je dat raar?
Ik kijk nergens van op.


