VAL VAN PAARD | 2002
Het is 1691. Willem III van Oranje is stadhouder van de Republiek der Verenigde Nederlanden en koning van Engeland, Schotland en Ierland. Hij keert na een bezoek aan de Republiek terug aan het Engelse hof. Rondom hem gonst
het van de geruchten over verraad door de Engelse adel. Maar Willem neemt dit niet serieus, hij is zeker van zijn zaak: hij zal de strijd tegen Lodewijk XIV winnen en het machtsevenwicht in Europa bewaren.
Wie is deze ambitieuze, norse en ziekelijke man die met zoveel wilskracht strijd levert tegen zijn persoonlijke vijand? De rol van staatsman, waarvoor hij van jongs af aan is klaargestoomd, past hem wonderwel. Of is dat schijn?
Het is dit jaar 300 jaar geleden dat Willem III van zijn paard viel en het leven liet. Aan de gevolgen van een sleutelbeenbreuk, zegt men. Wat er in werkelijkheid gebeurt is laat de geschiedenis niet los. In Val van Paard
tonen we een mogelijke afloop. En waarom ook niet; theater leent zich bij uitstek voor een nieuwe ordening van feiten.
Val van Paard vertelt het verhaal van een koning wiens leven, op het hoogtepunt van zijn roem, op dramatische wijze verandert. Zijn vrouw Mary sterft onverwachts aan de pokken en na de ondertekening van de Vrede van Rijswijk
is plotseling zijn vijand geen vijand meer.
Langzamerhand verliest hij de greep
op zichzelf en zijn omgeving.
Hij steeg te paard en reed daar heen
Hij viel en brak zijn sleutelbeen
Komt laat ons allen rijden henen
En breken onze sleutelbenen
[Volksliedje in de Republiek in 1702]